Bij werk van waarde hoort voedsel van waarde


Rineke sprak een half jaar geleden met Jeroen de Vries van Afeer. Toen hadden zij plannen om de kantine anders in te richten. Het voedselaanbod moest een MOOIE draai krijgen. Tips waren welkom.
Nu, een half jaar later, bezocht Rineke het bedrijfsrestaurant. Ze wilde weten hoe het ging. Was de verandering doorgevoerd? Welke uitdagingen kwamen ze tegen? Hoe reageerden de werknemers? En was het allemaal de moeite waard?
Hoe Afeer haar kantine opnieuw uitvond
Een warm verhaal over verleiding, vertrouwen en verse groenten
“We zijn ooit begonnen met een kantine. Kaal, niet gezellig, standaard snacks. Nu is het een restaurant geworden waar mensen graag zijn — en waar gezonde keuzes vanzelfsprekend zijn.” Aan het woord is Aukje van der Lei, communicatieadviseur bij Afeer. Samen met collega Jeroen de Vries blikt ze terug op de transformatie van het bedrijfsrestaurant. Wat begon met een verbouwing, groeide uit tot een bredere beweging: weg van betutteling, op naar verleiding.
Gezond zonder het woord ‘gezond’
“Wij gebruiken het woord ‘gezond’ bewust niet,” vertelt Jeroen. “Dat werkt vaak averechts. Mensen voelen zich dan betutteld: ‘Jullie gaan zeker bepalen wat goed voor mij is?’” In plaats daarvan kiest Afeer voor een andere benadering: laten zien wat vers is, aantrekkelijk presenteren en medewerkers betrekken. Groenten uit eigen moestuin? Die krijgen een prominente plek. Kleurige salades, frisse broodjes, en een bord soep voor 60 cent: het ligt er niet alleen goed bij — het is ook goed.
Het bedrijfsrestaurant is er niet om te dwingen, maar om te verleiden. “De snacks zijn er nog, alleen wat minder. Mensen kiezen nu vaker vanzelf voor het verse aanbod,” zegt Aukje.


Goed werkgeverschap in de praktijk
Voor Jeroen is het duidelijk waarom dit belangrijk is. “Als werkgever heb je een verantwoordelijkheid. Je wilt mensen helpen om, met kleine stappen, gezonder te leven. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Misschien gaan daar wel generaties overheen. Maar je moet ergens beginnen.”
En dus biedt Afeer warme maaltijden aan tegen kostprijs — soms zelfs eronder. Fruit wordt verkocht onder inkoopprijs. “Een banaan voor twintig cent. Dan pakken mensen toch net wat sneller fruit dan een snack,” legt hij uit. Niet als marketingtruc, maar als bewuste investering in mensen.
Vanuit passie voor eten
Jeroen komt uit de horeca, en dat merk je. Hij werkte eerder met biologische zelfoogsttuinen en haalt zichtbaar plezier uit wat vers en lokaal is. Toen hij bij Afeer begon, ontdekte hij dat er een moestuin was — maar daar werd weinig mee gedaan. “We kweken nu een groot deel voor eigen gebruik. Denk aan pompoen, prei, tomaten. Soms kunnen we 30 tot 40% van de ingrediënten voor onze soepen uit de tuin halen.”
Medewerkers van het restaurant worden ook meegenomen naar de moestuin, om te zien waar hun ingrediënten vandaan komen. “Als ze dan zelf zien hoe het groeit, en later het resultaat op het bord ligt, ontstaat er iets moois: trots, betrokkenheid.”


Van snack naar plaatpizza
Dat die aanpak werkt, blijkt uit de reacties. “We kregen laatst een compliment over een zelfgemaakte plaatpizza met paprika en ui. Iemand zei: ‘hartstikke lekker!’ Dan weet je: het werkt. We hebben iemand verleid tot iets vers, zonder dat we het ‘gezond’ noemen.”
Daarnaast zijn er proeverijen, waarbij medewerkers hun eigen recepten mogen laten proberen. “We hadden een Syrische linzensoep van een collega. Gratis laten proeven, reacties peilen, en vervolgens opnemen in het aanbod.” Het zijn kleine, slimme stappen die voor verbinding zorgen.
Opleiden in de keuken
In het restaurant werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Sommigen stromen door naar commerciële horeca. “We hebben hier leermeesters die echt begeleiden. Niet kant-en-klare zakken soep opwarmen, maar écht leren koken,” zegt Jeroen. “Dat betekent dat ze op smaak leren werken, ingrediënten leren kennen, en ook trots worden op wat ze serveren.”
Die aanpak blijkt niet alleen zinvoller, maar vaak ook goedkoper. “We hebben doorgerekend: zelf soep maken is goedkoper dan prefabricage. En dan heb je ook nog betere kwaliteit.”


Voor iedereen haalbaar
Heeft Afeer dan een voorsprong door die moestuin? Misschien. Volgens Jeroen hoeft dat geen voorwaarde te zijn. “Ook zonder eigen tuin kun je lokaal inkopen, afspraken maken met leveranciers. Het gaat erom dat je bewust keuzes maakt, en dat je bereid bent daar iets in te investeren. Niet om er winst op te maken, maar om je medewerkers iets goeds te bieden.”
En daar zit misschien wel de kern: Afeer kiest er bewust voor om op het bedrijfsrestaurant geen winst te maken. “Als we een verse kop soep op 60 cent kunnen houden, doen we dat.”
Droom: elke dag een warme maaltijd
Het bedrijfsrestaurant van Afeer draait inmiddels op volle toeren. Op drukke dagen komen er 250 tot 300 mensen lunchen. Warme maaltijden worden nu nog op twee dagen aangeboden, maar de droom is om dat uit te breiden. “Uiteindelijk zou het mooi zijn als we elke dag een warme maaltijd kunnen bieden,” zegt Aukje. “Zeker nu steeds meer mensen kiezen om hier te eten, of zelfs iets mee naar huis te nemen. Hoe mooi is dat: zeker omdat een deel van onze werknemers uit alleenstaande mannen bestaat die niet altijd de moeite nemen om voor zichzelf te koken. Hoe mooi is het dat je dit dan als werkgever kunt aanbieden?”


Ook jouw kantine/bedrijfsrestaurant kan dit
Wat Afeer doet, is geen utopie. Het is praktisch, haalbaar, en inmiddels bewezen succesvol. Geen ingewikkelde theorieën, maar gezonde logica: betrek je mensen, begin klein, investeer waar het telt. Je hoeft geen chefkok te zijn, en ook geen moestuin te hebben. Wat je nodig hebt, is een beetje lef — en de overtuiging dat goed werkgeverschap ook door de maag gaat. Het motto van het Afeer is: werk van waarde. Daar hoort ook voedsel van waarde bij. Logischerwijs zou dit voor elke werkgever het motto moeten zijn, toch?
Dus: werk je bij een organisatie met een kantine/bedrijfsrestaurant? Dan is dit je uitnodiging. Begin. Maak één stap. Laat je inspireren door Afeer — en wie weet volgt jouw kantine/bedrijfsrestaurant als volgende.